Bemoediging n.a.v. Psalm 63

PSALM 63 (NBG) 1 Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda was. 2 O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water. 3 Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd, ziende uw sterkte en uw heerlijkheid. 4 Want uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zullen U roemen. 5 Zo wil ik U prijzen mijn leven lang, in uw naam mijn handen opheffen. 6 Als met vet en merg word ik verzadigd, mijn mond looft met jubelende lippen, 7 wanneer ik Uwer gedenk op mijn legerstede, in nachtwaken over U peins. 8 Want Gij zijt mij een hulp geweest, in de schaduw van uw vleugelen jubel ik. 9 Mijn ziel is aan U verkleefd, uw rechterhand houdt mij vast. 10 Maar wie mijn leven zoeken te verderven, zullen komen in de diepten der aarde. 11 Men zal hen overleveren aan de macht van het zwaard, zij zullen een prooi der vossen worden. 12 Maar de koning zal zich in God verheugen; ieder die bij Hem zweert, zal zich beroemen, omdat de mond der leugensprekers wordt gestopt.

Een mens verlangt, verlangt naar God. In deze psalm wordt dat prachtig uitgedrukt.
Mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water.
Als met vet en merg word ik verzadigd, mijn mond looft met jubelende lippen.
Mijn ziel is aan U verkleefd, uw rechterhand houdt mij vast.
Als je geestelijke dorst verzadigd wordt, ontstaat er bewustheid van God, van zijn constante aanwezigheid. In Psalm 16:8 zegt David het zo:
‘Ik stel mijn Heer bestendig voor ogen;
omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet’.
Hij is er, in alle situaties van het leven. Psalm 42:1,2 vat dat besef in een schitterend beeld:
‘Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht,
zo smacht mijn ziel naar U, o God.
Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God’.
Wat wij willen, is God liefhebben. Dat zou moeten zijn, zoals de Heer dat uitdrukte, met heel het hart en heel de ziel en kracht en verstand. In die 4 woorden wordt de mens gekenschetst.
‘omdat de mond der leugensprekers wordt gestopt’.
Niets in de schepping heeft de vrije teugel. God schiep het heelal zo, dat de krachten die Hij erin legde, niet zomaar hun gang kunnen gaan. Als een ster zelf zijn baan zou bepalen, loopt dat uit op een ramp. Als de deeltjes van een atoom hun eigen patronen zouden volgen, leidt dat tot verwoesting. Zo volgen ook onze organen het pad, dat hun Schepper uitzette. Zo is het met alles! God is over alles en in alles, en werkt zijn plan uit. Ook in jou en mij.
T.a.v. vers 4 Letterlijker vertaald luidt dit vers:
‘Want beter is uw goedertierenheid dan het leven’. In de vertaling van Gerhardt en Van der Zeyde:
‘uw genade gaat bòven dit leven’.
Goedertierenheid is de vertaling van het Hebreeuwse woord chesed*. Als je met elkaar in een relatie staat, ben je trouw. Dat blijkt, doordat je op het beslissende moment goedertierenheid doet. Met andere woorden: je doet wat je bent. Goedertierenheid is trouw die blijkt.
Chesed heeft alles te maken met de Eeuwige. Hij heeft zich verbonden aan de mens, aan jou en mij, en houdt zijn beloften. Zijn trouw blijkt in het doen van goedertierenheid. David, als koning van het volk waaraan God zich verbonden heeft, ervaart Gods liefde in de omstandigheden, die de psalm bezingt. Of het nu is bij het aanbreken van de dag of het vallen van de avond – hij ervaart die liefde!

Zo mogen wij weten van Gods liefde, weet hebben van zijn nabijheid in dag en nacht, in gezondheid en ziekte! Dát te beseffen gaat boven dit leven! Als wij Davids woorden kunnen nazeggen, is dat eerst door ons hart gehoord, erdoorheen gegaan.

Paulus zegt: ‘Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen’ (1 Tess.5:24). Hij wist er alles van. Op God valt te bouwen. Met David en Paulus mogen wij op die rots gaan staan.


Andries van der Wal

*) Het woord duidt op betrouwbaarheid tussen wezens, vooral, met name een verbondsverhouding tussen de leenheer en zijn vazal. Allereerst de verbondstrouw van de heer, die zijn dienaren onderhoudt en beschermt; dan ook de bondstrouw van de onderdanen, die zich in trouw toewijden aan hun meester.