Statuten vereniging

De statuten van de Vereniging Eben-Haëzer zijn vastgelegd op 24 mei 2024.

STATUTEN

Artikel 1 – Naam en zetel

De vereniging draagt de naam: Eben-Haëzer en zal hierna aangeduid worden als “de gemeente”.

  1. De gemeente is gevestigd in de burgerlijke gemeente Rotterdam.
  2. De gemeente bezit als vereniging rechtspersoonlijkheid overeenkomstig artikel 26 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
  3. De gemeente heeft de volgende organen:
    het Bestuur;
    – de Algemene Ledenvergadering.

Artikel 2 – Doel

  1. De gemeente heeft ten doel: (het faciliteren en bevorderen van) het samenkomen en ontmoeten van leden en medegelovigen, en door de verkondiging in woord en geschrift van het evangelie van Gods genade, zoals Paulus het verkondigde door openbaring van Christus Jezus, hen te laten groeien naar volwassenheid en te laten opvoeden door de reddende genade tot een verstandig, rechtvaardig en godvruchtig leven.
  2. De gemeente tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    a. het houden van samenkomsten;
    b. het houden van bijbelstudie- en gebedskringen;
    c. het organiseren van jeugd- en kinderwerk;
    d. het geven van godsdienstonderwijs;
    e. het verlenen van pastorale zorg;
    f. het uitgeven van studies en publicaties;
    g. de instandhouding van het vastgoed;
    h. alle andere wettige middelen die tot het bereiken van het doel dienstbaar kunnen zijn.
  3. De grondslag van de gemeente is de Heilige Schrift als Gods Woord.

 

Artikel 3 – Inkomsten en vermogen

  1. De inkomsten van de gemeente en haar vermogen worden gevormd door hetgeen wordt verkregen door:
    – contributie van leden;
    – vrijwillige bijdragen van leden;
    – erfstellingen, legaten, schenkingen, giften en baten, die haar op andere wijze ten goede komen;
    – baten uit roerende en onroerende zaken;
    – opbrengsten uit sparen;
    – alle andere wettige inkomsten
  2. Aanvaarding van erfstellingen mag slechts plaats vinden onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

Artikel 4 – Lidmaatschap

  1. Lid van de gemeente kunnen zijn natuurlijke personen van 16 jaar en ouder die het doel, de grondslag en de Statuten van de gemeente onderschrijven. Leden van de gemeente worden hierna ook genoemd “lid” en/of “gemeentelid”.
    Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar.
  2. Leden zijn zij die zich als lid bij het Bestuur hebben aangemeld en door het Bestuur als lid zijn toegelaten.
  3. Indien het bestuur toelating tot het lidmaatschap weigert, kan de Algemene Ledenvergadering  alsnog tot toelating besluiten.
  4. De secretaris van het Bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
    Als een lid heeft ingestemd met de oproeping tot een Algemene Ledenvergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het e-mailadres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.

Artikel 5 – Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt door:
    het overlijden van het lid;
    opzegging door het lid;
    opzegging door de gemeente;
    – ontzegging
  2. Opzegging van het lidmaatschap door de gemeente vindt plaats door het Bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging. Opzegging is mogelijk:
    als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap; of
    als een lid in ernstige mate handelt in strijd met de beginselen zoals verwoord in artikel 2 van de statuten; of
    als een lid – ondanks schriftelijke aanmaning – zijn verplichtingen ten opzichte van de gemeente niet nakomt; of
    – wanneer redelijkerwijs van de gemeente niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld.

3. Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door het Bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting. Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de Statuten, Reglementen of besluiten van de gemeente, of de gemeente op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.

De ontzetting gaat onmiddellijk in.

4. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting wordt niet voldaan als de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd, tenzij het lid volgens artikel 4.4 heeft ingestemd met elektronische communicatie. 

Artikel 6 – Bijdragen van de leden

De leden zijn verplicht tot het betalen van een jaarlijkse contributie, die door de Algemene Ledenvergadering wordt vastgesteld. De Algemene Ledenvergadering kan ook andere verplichtingen aan leden oplegge

Daarnaast bestaat de mogelijkheid tot het betalen van (jaarlijkse) vrijwillige bijdrage. Deze kan voor geestelijke dan wel stoffelijke zaken worden geoormerkt.

De leden kunnen aan het Bestuur een opdracht tot automatische periodieke betaling van de vrijwillige bijdrage verstrekken.

Artikel 7 – Bestuur: samenstelling en benoeming

  • Het bestuur bestaat minimaal uit 5 en maximaal uit 9 bestuursleden. De bestuursleden kunnen zijn gekozen voor een bepaalde functie in het bestuur. De gekozen bestuurders die als oudsten (bestuurders met een geestelijke taak) worden gekozen (ten minste 2 en ten hoogste 4 maar altijd in de verhouding van de helft van het totaal aantal bestuurders min 1) zullen zich voornamelijk met geestelijke zaken bezighouden.

Binnen het Bestuur bestaan de volgende functies: voorzitter, secretaris, penningmeester(s), vice-voorzitter en bestuurder met een geestelijke taak.
De Algemene Ledenvergadering stelt het aantal bestuursleden vast.

Een niet-voltallig Bestuur behoudt zijn bevoegdheden.

Het Bestuur draagt er zorg voor dat de Algemene Ledenvergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.

  • De leden van het Bestuur worden door de Algemene Ledenvergadering uit de leden benoemd. Zij moeten bereid zijn hun taak in volle gehoorzaamheid aan Gods Woord te verrichten.
  • Zowel het Bestuur als ten minste twintig leden zijn bevoegd bestuurskandidaten voor te dragen. De voordracht van het Bestuur wordt bij de oproeping voor een Algemene Ledenvergadering medegedeeld. De voordracht van de leden moet twee werkdagen voor de Algemene ledenvergadering schriftelijk bij de secretaris worden ingediend
  • De voorzitter, de secretaris, de penningmeester en de bestuurder met een geestelijke taak worden door de Algemene Ledenvergadering op functie gekozen. Wanneer het Bestuur uit vijf of meer bestuursleden bestaat, wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering door het Bestuur vastgesteld, wie van de overige bestuursleden vice-voorzitter zal zijn. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen het Dagelijks Bestuur.
  • Tijdens de Algemene Ledenvergadering zal anoniem worden gestemd over de bestuurskandidaten.
  • Bestuursleden worden benoemd voor een periode van ten hoogste 3 jaar.

Bestuursleden treden af volgens een door het Bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar.

Het Bestuur kan bepalen dat een eerste benoemingsperiode die op grond van het rooster van aftreden korter is dan 3 jaar.

Het in een tussentijdse vacature benoemde bestuurslid neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

  • Ten hoogste de helft van het aantal bestuursleden mag met een ander bestuurslid een familieband hebben. Onder familieband wordt verstaan bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad.
  • Ingeval van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurders. Ingeval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enig bestuurder, berust het bestuur tijdelijk bij een of meer jaarlijks door de Algemene Ledenvergadering aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.

Artikel 8 – Bestuur: einde functie, schorsing

Een bestuurslidmaatschap eindigt:

  • door het verstrijken van de termijn van drie jaar;
  • door bedanken;
  • door einde van het lidmaatschap van de gemeente;
  • door overlijden van een bestuurslid;
  • door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen.

Artikel 9 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming

  1. Ieder bestuurslid is bevoegd een vergadering van het Bestuur bijeen te roepen.
  2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het Bestuur vindt elektronisch plaats, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
  3. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan het Bestuur toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle bestuursleden in de vergadering aanwezig zijn.
  4. In de vergaderingen van het Bestuur heeft ieder bestuurslid één stem.
    Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
  5. Besluiten door het Bestuur worden bij voorkeur genomen met algemene stemmen. Indien niet mogelijk, dan met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  6. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij/zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de gemeente en de met haar verbonden onderneming of organisatie. De bestuurder heeft – onverminderd het bepaalde in de vorige volzin – wel het recht de desbetreffende vergadering van het bestuur bij te wonen.
  7. Wanneer op grond van het bepaalde in de eerste volzin van lid 6 van dit artikel geen enkele bestuurder aan de besluitvorming kan deelnemen, wordt het besluit genomen door de Algemene Ledenvergadering.

Artikel 10 – Bestuur: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering 

  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het Bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Van het verhandelde in de vergaderingen van het Bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in de opvolgende vergadering.
  4. Het Bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle bestuursleden zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard. Onder een schriftelijke verklaring wordt ook begrepen een langs elektronische weg gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het Bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuursleden bekend heeft gemaakt.


Artikel 11 – Bestuur: taken en bevoegdheden

  1. Het Bestuur is belast met het besturen van de gemeente. Ieder bestuurslid is tegenover de gemeente verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de gemeente en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de gemeente, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de gemeente kunnen worden gekend.
  2. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de gemeente zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
  3. Over overeenkomsten tot verkrijging en vervreemding van registergoederen beslist de Algemene Ledenvergadering met een meerderheid van twee derden van de aanwezige leden.

Artikel 12 – Vertegenwoordiging

  1. Het Bestuur vertegenwoordigt de gemeente.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden, van wie ten minste één moet zijn de voorzitter, secretaris of penningmeester.
  3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het Bestuur en bestuursleden tot vertegenwoordiging van de gemeente bestaat ook als tussen de gemeente en een of meer bestuursleden een tegenstrijdig belang bestaat.
  4. Het Bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuursleden en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de gemeente binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
  5. In alle gevallen waarin de gemeente een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuursleden kan de Algemene Ledenvergadering een of meer personen aanwijzen om de gemeente te vertegenwoordigen.

Artikel 13 – Verslaggeving en verantwoording

  1. Het boekjaar van de gemeente is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het Bestuur brengt op een Algemene Ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de Algemene Ledenvergadering uitgezonderd, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de gemeente en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Ledenvergadering voor.
  3. Het Bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de Algemene Ledenvergadering.
    Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de Algemene Ledenvergadering te benoemen kascontrolecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het Bestuur. Een lid van de kascontrolecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de kascontrolecommissie.
    Het Bestuur is verplicht om de kascontrolecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.
    De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de Algemene Ledenvergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
    Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de Algemene Ledenvergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het Bestuur voor de door hem daarmee afgelegde rekening en verantwoording.
  4. In een bestuursvergadering te houden na afloop van het boekjaar, maar voorafgaand aan de jaarvergadering stelt het Bestuur een begroting van de baten en lasten van alle activiteiten vast en aggregeert deze tot een totaalbegroting voor het volgende boekjaar. De begroting wordt opgemaakt door de penningmeester en aan alle bestuursleden gezonden ten minste 6 weken voor de jaarvergadering.
  5. Het Bestuur stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan periodiek.
    Het beleidsplan geeft inzicht in de door de gemeente te verrichten activiteiten, de wijze van werving van gelden, het beheer van het vermogen van de gemeente en de besteding daarvan.

Artikel 14 – De Algemene Ledenvergadering: bevoegdheid en jaarvergadering

  1. Aan de Algemene Ledenvergadering komen in de gemeente alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de Statuten aan het Bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een Algemene Ledenvergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
    het verslag van het Bestuur over het afgelopen boekjaar;
    het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar;
    het voorstel tot verlenen van kwijting aan het Bestuur;
    de benoeming van de leden van de kascontrolecommissie voor het nieuwe boekjaar;
    de benoeming van bestuursleden als er in het Bestuur vacatures bestaan;
    en voorstellen van het Bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
  3. Het Bestuur legt de begroting voor het komende jaar ter goedkeuring voor op de Algemene Ledenvergadering.

Artikel 15 – De Algemene Ledenvergadering: oproeping

  1. De Algemene Ledenvergadering wordt bijeengeroepen door het Bestuur.
    Indien 20 leden, dan wel een tiende gedeelte van de leden die dat schriftelijk verzoeken, is het Bestuur gehouden een Algemene Ledenvergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het Bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de Algemene Ledenvergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de Algemene Ledenvergadering bijeenroepen.
    Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt voldaan als het verzoek elektronisch is vastgelegd, indien het lid volgens artikel 4.4 heeft ingestemd met elektronische communicatie. 
  2. De oproeping tot de Algemene Ledenvergadering vindt plaats door middel van: 
    een schriftelijk bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister;
    – de bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.
  3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de Algemene Ledenvergadering niet meegerekend.
  4. Naast de plaats, datum en tijd van de Algemene Ledenvergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.

Artikel 16 – De Algemene Ledenvergadering: toegang en stemrecht

  1. Toegang tot de Algemene Ledenvergadering hebben alle niet-geschorste leden van het Bestuur en van de gemeente. De Algemene Ledenvergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de Algemene Ledenvergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de Algemene Ledenvergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
  2. Ieder gewoon lid heeft één stem. Leden wier naam niet op de presentielijst voorkomen worden beschouwd niet op de vergadering aanwezig te zijn geweest.

Een geschorst lid heeft geen stemrecht.

3. Niet leden die aanwezig zijn bij de Algemene Ledenvergadering hebben geen stemrecht.

Artikel 17 – De Algemene Ledenvergadering: besluitvorming

  1. Voor zover in deze Statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met meerderheid van stemmen van de in de Algemene Ledenvergadering aanwezigen, ongeacht hun aantal.
  2. Het in de Algemene Ledenvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de Algemene Ledenvergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben.
  4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen.
  5. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen.
    Schriftelijke stemming vindt plaats bij ongetekende, gesloten stembriefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.


Artikel 18 – De Algemene Ledenvergadering: leiding en notulen

  1. De Algemene Ledenvergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van het Bestuur. Bij diens afwezigheid wordt de Algemene Ledenvergadering voorgezeten door de vice-voorzitter. Is geen bestuurslid ter vergadering aanwezig dan voorziet de Algemene Ledenvergadering zelf in haar leiding.
  2. Van het verhandelde in elke Algemene Ledenvergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.


Artikel 19 – Statutenwijziging

  1. Wijziging van de Statuten moet worden voorgesteld door het Bestuur of door twintig leden dan wel één tiende gedeelte der leden, die hun voorstel ten minste acht weken voor de te houden Algemene Ledenvergadering schriftelijk bij het Bestuur moeten indienen.
  2. Tot statutenwijziging kan slechts worden besloten in een Algemene Ledenvergadering die is bijeengeroepen met inachtneming van een oproepingstermijn van vier weken waarbij wordt vermeld dat een voorstel tot statutenwijziging aan de orde zal worden gesteld. Het voorstel tot statutenwijziging wordt bij het oproepingsbericht gevoegd, dan wel vanaf het moment van de oproeping tot en met de dag van de Algemene Ledenvergadering op een daartoe geschikte plaats ter inzage gelegd.
  3. Tot wijziging van de Statuten kan besloten worden met een meerderheid van twee derden van de leden.
  4. Is in de Algemene Ledenvergadering het vereiste aantal van twee derden van de leden niet aanwezig, dan kan tot statutenwijziging worden besloten in een daartoe binnen veertien dagen opgeroepen volgende Algemene Ledenvergadering met een meerderheid van ten minste twee derden van de stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
  5. De wijzigingen treden niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. 

Artikel 20 – Fusie, splitsing, omzetting

Op een besluit van de Algemene Ledenvergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de Algemene Ledenvergadering tot omzetting van de gemeente in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

Artikel 21 – Ontbinding

  1. Tot ontbinding van de gemeente kan besloten worden met een meerderheid van ten minste twee derden van de stemmen in een Algemene Ledenvergadering, waarin tenminste twee derden van de leden aanwezig moeten zijn.
  2. Is in de Algemene Ledenvergadering het vereiste aantal van twee derden van de leden niet aanwezig, dan kan tot ontbinding worden besloten in een daartoe binnen veertien dagen opgeroepen volgende Algemene Ledenvergadering met een meerderheid van ten minste twee derden van de stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
  3. Het Bestuur is belast met het vereffenen van het vermogen van de ontbonden gemeente, tenzij de Algemene Ledenvergadering één of meer andere vereffenaars aanwijst.
  4. De Algemene Ledenvergadering beslist aan welke instelling of vereniging, met bij voorkeur dezelfde doelstelling als de gemeente, het batig saldo na vereffening van het vermogen van de ontbonden gemeente zal toekomen.

Artikel 22 – Vereffening

  1. Het Bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de gemeente, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
  2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de gemeente zich in liquidatie.
    De gemeente blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
    Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
    In stukken en aankondigingen die van de gemeente uitgaan, moet ‘in liquidatie’ aan de naam van de gemeente worden toegevoegd.
  3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de gemeente, doch in ieder geval aan een als zodanig erkende ANBI instelling. 
    Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij het ontbreken daarvan, door de vereffenaar(s). De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De gemeente houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt.

Artikel 23 – Reglementen

  1. De Algemene Ledenvergadering kan een of meer Reglementen vaststellen.
  2. Een Reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van het Bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen.
    Een Reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de Statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij Statuten behoren te worden geregeld.

Artikel 24 – ANBI-status

De gemeente wenst te kwalificeren als algemeen nut beogende instelling zoals bedoeld in de fiscale wet- en regelgeving. Indien een bepaling uit deze Statuten strijdig is met de eisen voor kwalificatie als in de vorige zin bedoeld, is de gemeente verplicht zo spoedig mogelijk over te gaan tot zodanige aanpassing van deze Statuten, dat deze niet langer strijdig zijn met bedoelde eisen.

Notarieel vastgesteld Lint Notarissen 

29 mei 2024