Wat wij geloven

Wij geloven het evangelie, de blijde boodschap, het goede bericht van God de Vader, Die Schepper en Redder van alle mensen is.

Wij geloven God, de Almachtige, Die geest is en Die in een begin de hemelen en de aarde heeft geschapen door het Woord. 
Alles is uit Hem en alles is door Hem en alles keert tot Hem terug. 
Hij is de Koning van de eeuwen met het uiteindelijke doel: God alles in allen.
Genesis 1:1; Romeinen 11:36; 1 Timotheüs 1:17; 1 Corinthiërs 15:28

God is liefde, die alle haat overwint. God is licht, dat alle duisternis verdrijft.

Wij geloven in de Heer Jezus Christus, het Beeld en het Woord van de onzichtbare God en Vader; Hij werd vlees en bloed, geboren uit de maagd Maria uit het geslacht van David.

Hij heeft Zichzelf gegeven tot losprijs voor allen.
Hij werd gekruisigd, is gestorven en begraven en opgewekt uit de dood op de derde dag. Hij zit nu aan de rechterhand van God.
Door Zijn daad van gehoorzaamheid worden alle mensen gerechtvaardigd tot leven. Hij werd tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. Al wat geschapen is in Hem zal door Hem wederzijds met God verzoend worden nu er vrede is gemaakt door het bloed van Zijn kruis.
Hebreeën 1:3; Johannes 1; Romeinen 5:18; Kolossenzen 1:15-21; 2 Corinthiërs 5:21

Wij geloven dat heilige geest als de kracht van God woont in de harten van hen, die in Christus Jezus zijn en door Hem in God de Vader geloven.
Romeinen 8:9

Wij geloven in de bijzondere roeping van Israël als Gods uitverkoren volk tot koninklijk priesterschap tot heil voor de volken op aarde; een aardse bediening. Voor wat betreft deze roeping is het volk Israël tijdelijk opzij gezet om hun ongehoorzaamheid.
Exodus 19:6; 1 Petrus 2:9; Romeinen 9-11

Wij leven nu in de tijd van genade, waarin God door de apostel Paulus de gemeente, het lichaam van Christus, uitroept uit alle volken tot een hemelse bediening. Deze gemeente wordt bij de bazuin van God opgenomen om te midden van de hemelingen de veelvuldige wijsheid van God bekend te maken en om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom van Gods genade te tonen.
Efeziërs 1:23; Kolossenzen 1:18-24; 1 Thessalonicenzen 4:15-18; Efeziërs 2:7; 3:10

Wij geloven in de opstanding, zowel tot leven als tot gericht, ieder in zijn rangorde:
Christus als de eersteling, dan die van Christus zijn: de gemeenteleden bij de bazuin van God. 
Daarna de eerste opstanding voor de gelovigen uit Israël voor het duizendjarig vrederijk onder de regering van de Zoon van David, de Koning van de koningen: Jezus de Messias.

Dit is tot redding voor de wereld, zij zullen het koninklijk priesterschap voor de volken zijn.
De opstanding van alle overige doden; zij worden gericht voor de grote witte troon, velen komen in de tweede dood totdat die als laatste vijand wordt onttroond. Uiteindelijk zal elke knie zich buigen en elke tong van harte belijden: Jezus Christus is Heer, God is Redder door Zijn Gezalfde. Hem behoren wij toe, tot eer van God de Vader. Dan zal God zijn: alles in allen.
Johannes 5:28,29; 1 Corinthiërs 15:19-28; Openbaring 20:4,5; Filippenzen 2:9-12

Hem, de alleen wijze God, die alles bewerkt in overeenstemming met de raad van Zijn wil, is door Jezus Christus de heerlijkheid in alle eeuwigheid, Amen!
Romeinen 16:27; Efeziërs 1:1

Deel met anderen