1
1. Paulus, apostel van
Christus Jezus dodoor de wil van God,
aan al de heiligen, .die +ook gelovigen |zijn iin Christus Jezus.
2. Genade
zij jullie en vrede vnvan God,
onze Vader, en van de
Heer Jezus Christus. 3. Gezegend zij
de God en Vader van onze
.Heer
Jezus Christus, .Die ons _zegent imet iedere geestelijke
zegen ite midden van de hemelingen, iin Christus,
4. zoals Hij
ons _uitkiest_ iin zfHem vovóór de nederwerping van de
wereld,
opdat wij heiligen en smettelozenf voor zfZijn
aangezicht zijn,
5. iin liefde ons tevoren _bestemmend nbtot het zoonschap dodoor
Christus Jezus nbvoor Zichzelf,
iomin
overeenstemming met het
welbehagen van zfZijn .wilzv,
6. nbtot lofprijs van de
heerlijkheid
van zfZijn .genade,
wedie
ons _begenadigt iin de oGeliefde_*.
7. iIn weHem |hebben wij de vrijkoping dodoor zfZijn .bloedzv,
de
vergeving van de krenkingen iomin
overeenstemming met de
rijkdom van zfZijn .genade,
8. wedie Hij laat
_overvloeien nbin
ons; iin alle wijsheid en bezonnenheid 9. ons
_bekendmakend
het geheimenis van zfZijn .wil (iomin overeenstemming met zfZijn
.welbehagen, wedat Hij Zich voornam_
iin zfHem)
10. nbtot beheer
van het complement van de era’s, om het _al te _culmineren
_
iin
de Christus: zowel* _.wat iin
de hemelen +als _.wat
opoop de aarde is,
iin zfHem.
11. iIn weHem +ook zijn wij door
lotingzv*
aangewezen (wij die tevoren
|bestemd zijn iomin overeenstemming
met het
voornemen van .Hem Die .alles
|bewerkt*
iomin overeenstemming met de raad van zfZijn .wil), 12. nbopdat
wij .zijn nbtot lofprijs van zfZijn heerlijkheidzv,
.die een ovoorverwachting
hebben iin de Christus.
1Thes.4:15 13. iIn weHem +ook
zijn jullie, die het
woord van de waarheidzv _horen, het evangelie
van jullie .redding,
iin weHem +ook
zijn jullie, die _geloven,
_verzegeldf
met de geest van de beloftezv, de heilige 4:30 14. (wedie
een waarborgf
van onze .lotgenietingf is, nbtot de vrijkoping van
het voor
ons toegeëigende) nbtot
lofprijs van zfZijn .heerlijkheidzv!
Rom.8:15 2Cor.1:21 15. Derhalve |houd_
_ook ík (_horend van het
geloof dat
jullie iomaangaat iin
de Heer Jezus, en .dat nbvoor al de
heiligen) 16. niet op te |danken bvvoor jullie,
in herinnering* d
|brengend_ opoin
mijn .gebeden,Kol.1:3 17. dat* de God van onze